
For: De Zeeuwse Huiskamer
Commissioned by: De Zeeuwse Huiskamer
Date: December 2014 till present
Location: Goes, The Netherlands
‘De Zeeuwse Huiskamer’ is a project in which is being investigated how elderly people are able to stay longer at home, instead of moving to a retirement centre. What do they need, what needs to be adapted to a ‘normal’ interior of a flat to facilitate them? In a lot of cases, it’s the large producers that come up with technical innovations or products, which then are put on the market. In this project, the aim is not to improve a home by using offered products or services but to carefully look at the needs of the infirm.
We were asked to capture the atmosphere of a building already designated for elderly people. Besides physical needs, we believe that a social network, feeling at home and the experience of a place is at least as important as the physical and technical conditions. During 5 days, in which we also lived in the building, we did intense observations. How do we – and moreover, how do the people living here – perceive their apartment, the building and their environment? Through drawing and writing we tried to capture these observations and interpreted them. In a second phase we hope to hand over our observations to the residents and open up a debate on them.
Text with drawing:
5-12-2014 19:42 Goes, flat Weidezicht van buiten gezien
Een kolos, een reus. Maar ook een goedzak. Dat zijn de eerste woorden die in me opkomen bij het zien van de gehele flat, vanaf een afstandje onder een lantaarnpaal om nog enig licht op mijn papier te hebben. Het ritmisch gezoem uit een schuurtje op een tiental meter voor mij voeg er eer vierde connotatie aan toe: een machine, een woonmachine dan wel. De lichte afkeur die ik voelde bij de gedachte aan het tijdelijk wonen in deze flat is nu definitief omgeslagen in een gevoel van verbondenheid en sympathie, tegenover het gebouw maar zeker ook tegenover de sociale banden die het gebouw herbergt, het ‘wij’-gevoel dat het wonen in deze goeie reus klaarblijkelijk oproept, en waarvan ik het bestaan niet kon vermoeden, twee dagen geleden.
Ik probeer de gevel – die enerzijds anoniem is en anderzijds exact toont welk leven er zich achter afspeelt, zeker zo in het donker, wanneer de verlichting in de kamers een verhaal optekent, te voorzien van namen, door te achterhalen waar de mensen wonen die we tot nu toe gesproken hebben. Het eenvoudig afleesbaar grid maakt dit vrij eenvoudig. Maar, het voegt niets toe aan de impressie van het geheel: veel belangrijker voor mij is te zien hoe in elk vakje het leven een vorm vindt, ingekaderd door de zo gekoesterde ruimte maar als geheel een sociale entiteit op zich. Die uit zich bijvoorbeeld in de drie verticale stroken geelachtig licht die over de gehele gevel lopen, gescheiden door een viertal donkere stroken. Het leven speelt zich af in de woonkamers, de slaapkamers rusten. Helemaal rechts nog een verticale strook, in tegenstelling tot de drie geel verlichte stroken nu in een blauwachtig licht en onderverdeeld in negen horizontale rechthoeken, welke op hun beurt door een drietal verticale zwarte lijnen in vier bijna vierkante vlakken zijn gedeeld. In drie van de vier blauwe vierkanten, de linkse uitgezonderd, zijn twee parallel lopende zwarte lijnen te zien, die van links onder in het eerste van de drie vierkanten onder een hoek van 45 graden naar het midden van het tweede vierkant lopen en van daaruit horizontaal naar rechts, om te eindigen in het derde en laatste vierkant. Dit negen maal herhaald, onder elkaar, maakt een fascinerend grafisch en ritmisch patroon.
De plint van de kolos herbergt een ritme van een heel andere orde: groene en gele vlakken wisselen elkaar af, zonder de verfijning van de blauwe strook die het gebouw aan de rechterkant beëindigt. Ik stel me een symfonie voor waarin deze gele en groene vlakken, welke in feite garagepoorten zijn, één voor een openen en sluiten, steeds in wisselende volgorde en tempi. Als basement bepalen zij de compositie, de verfijning wordt aangebracht door de subtiliteiten van het trappenhuis. Samen vormen deze de letterlijke omlijsting van het daadwerkelijke thema: het leven in de buik van deze kolos. Het leven dat zich pas toont wanneer het buiten donker is.